Kniptormonitoring
Ritnaalden zijn de larven van de kniptor en kunnen in veel gewassen schade veroorzaken. In Nederland zijn twee soorten kniptorren actief die hun eitjes afzetten in granen en grassen in de maanden mei, juni en juli. De larven (ritnaalden) uit deze eitjes kunnen 3 tot 4 jaar in de bodem overleven en schade aanrichten in de gewassen.
Het aantal ritnaalden kan worden beheerst door te voorkomen dat de kniptor haar eitjes afzet. Door het plaatsen van feromoonvallen worden kniptorren gelokt en gevangen. Wekelijkse monitoring d.m.v. het legen van de vallen en uitvoeren van tellingen, bepalen het beste moment voor een efficiënte bestrijding van de kniptor.
Kniptorvallen
- 4 vallen voor percelen tot 5 hectare. Voor grotere percelen 2 extra vallen per 5 hectare.
- Kosten voor feromoonval Obscurus of Lineatus € 5.25 per stuk.
- Kosten voor Trechtervallen € 13.50
- Losse muizenkruizen € 3.50/stuk.
- De kniptorvallen moeten uiterlijk eind april zijn geplaatst.
- Plaats de vallen in een ruit over het perceel, minimaal 15 meter van de perceelsgrens en met een onderlinge afstand van minimaal 20 meter.
- Graaf de vallen in tot ongeveer 1 tot 2 cm onder de rand van de val
- Vul de vallen met ± 2 cm uitvloeier of water met zeepsop.
- Plaats het feromoon gesloten in het uitneembare gedeelte boven in de val.
- Markeer de trechterval zodat duidelijk is in welke val welk feromoon zit.
- Om de vallen gemakkelijk terug te vinden is het advies een spuitvlag of piket te plaatsen.
- Feromonen koel bewaren, in de diepvries tot 1 jaar.
- Feromoondispensers dienen om de 6 weken vervangen te worden i.v.m. afgenomen werking.
- Eventueel is het mogelijk een muizenkruis te plaatsen (€ 3,- per stuk) om te voorkomen dat muizen in de vallen lopen
Monitoring
- Tel wekelijks het aantal kniptorren per val / feromoon
- Vul de val na het terugplaatsen opnieuw met een laagje water met zeepsop.
- Voer de tellingen uit tot de derde week van juli, ook na een bespuiting.
- Op basis van de tellingen kan gericht actie worden ondernomen in overleg met uw teeltadviseur.